Sophiepollmann.reismee.nl

The African way of life

Lieve allemaal,

Ten eerste dank jullie wel voor de reacties, vond ik erg leuk om te lezen! Het is inmiddels al weer meer dan een week geleden sinds ik voor het laatst heb geupdatet, dus het wordt weer eens tijd! Ik heb een boel te vertellen, dus ik denk dat het een behoorlijk lange update gaat worden. Ik was gisteren in Bolgatanga, een stad ten noorden van Wulugu, waar ik het weekend heb doorgebracht. We hadden daar een internet café gevonden, en ik was bijna klaar met updaten, toen mijn computer uitviel. Ik was ontzettend gefrustreerd, maar toen dacht ik bij mezelf; we hebben hier alle tijd van de wereld, en updaten kan altijd later nog. Ik ben me dus al echt aan het inburgeren in de Afrikaanse levensstijl – no worries, everything will come by it’s time. Ik ga alles gewoon per dag vertellen, want zo is het zowel voor mij, als voor jullie overzichtelijk – enjoy!

Vrijdag 8 oktober [Accra – Tamale]:De wekker ging al ontzettend vroeg, om drie uur al – uitslapen was er dus helaas niet bij! We moesten zorgen dat we om vier uur buiten stonden bij het Pink Hostel [waar we verbleven met alle vrijwilligers in Accra\, met al onze bagage. De avond van tevoren hadden we al afscheid van de andere vrijwilligers genomen, want er ging maar een groep van negen mensen naar het noorden toe. Om vier uur stonden we dus keurig buiten te wachten – en we vertrokken pas om kwart over vijf. Alles gaat hier volgens Ghanese tijd, dus als ze vier uur zeggen, dan kunnen ze makkelijk half vijf bedoelen. De chauffeur moest eerst zichzelf netjes gaan omkleden, dan nog even de auto wassen – en toen reden we weg uit Accra, richting de ‘rimboe’. De reis duurde lang en verliep niet altijd even voorspoedig, door wegblokkades, of slechte wegen. Toch vond ik dat niet erg, want de omgeving waar je doorheen reed, is prachtig. Langs hele stukken regenwoud [met een opkomende zon], en overal lopen er locals [velen met allerlei spullen op hun hoofd balancerend, hoe ze het doen weet ik nog steeds niet!] langs de weg, die naar je zwaaien en je vriendelijk begroeten. Na een reis van ruim veertien uur [het was inmiddels al tegen zevenen in de avond], vroegen we ons af of we er nu zouden zijn. Wij vroegen het dus aan de chauffeur, die elk half uur zei, ‘we’re nearly there’ en dan was het weer een uur verder. Hij werd steeds zenuwachtiger, wat ik wel zielig en grappig vond, omdat de meeste mensen hier erg relaxed zijn. Tegen negenen kwamen we toen eindelijk aan in Tamale, gingen we nog even iets eten [waar niemand echt zin in had, maar de chauffeur moest toch eten] en werden we naar ons hostel gebracht. We doken gelijk ons bed in en vielen al snel in slaap.

Zaterdag 9 oktober [Tamale – Wulugu]: We moesten weer vroeg uit de veren, want we zouden naar SYTO worden gebracht, waar we eerst onbijt zouden krijgen, dan een taalles in het Mampruli, de taal die hier wordt gesproken, en dan naar onze gastmoeder. Ik was best wel een beetje zenuwachtig, want ik wist dat dit de laaste dag was waarop we met alle vrijwilligers samen waren. We werden buiten begroet door een vrolijke mollige Ghanees, die zichzelf voorstelde als Razack en hij bracht ons naar het hoofdkantoor. Na een lekker ontbijt van thee en omelet met brood, was het tijd voor onze taalles. We leerden dat je ‘Dasuba = Goedemorgen’ gebruikt en dat dan iedereen ‘Naaa’ zegt, wat een antwoord is op ongeveer alles dat ze in het Mampruli zeggen. ‘Dinjawoela [ik weet helaas niet hoe ik het schrijf] = hoe gaat het?’ beantwoordt je met ‘Alafia [uitgesproken als I love you] = Het gaat goed/prima]. Tegen tien uur was het dan tijd; ik, Gabrielle [het meisje met wie ik samen zit], Zoey en Anna-Lina [die in Du zitten] werden naar het tankstation gebracht, waar we nog water en WC papier kochten [je weet niet of je het nodig zult hebben!]. Na een kwartier kwam ze dan aanlopen; een mooie vrouw in typische Afrikaanse kleding, die een erg rustige en sterke persoonlijkheid uitslraalde. Ik wilde haar een hand geven, maar in plaats daarvan, omhelsde ze me warm en stelde zichzelf voor als Memona. We reisden per trotro [een busje waar meestal meer dan twintig mensen inzitten – erg op elkaar gepropt dus] naar Wulugu. Daar kwamen we aan in een gezellig dorpje, waar je overal vriendelijk werd begroet door kinderen die ‘how are you?’ riepen. Het huis van Memona ziet eruit als volgt; je komt op een binnenplaats, waar de keuken is [een ronde cirkel met potten en pannen], de ruimte waar je een bucket bath kunt nemen [die je gelukkig kunt afsluiten door een stuk hout ervoor te zetten [niet veel privacy] en de WC. Dat was wel even schrikken, want denk je in; een donker hok, met spinnen en dan een gat in de grond waar je boven moet hurken, inclusief kakkerlakken en maden. Toch raak je daar snel aan gewend, en we zullen maar zeggen; oefening baart kunst(: Wij hadden een eigen kamer met electriciteit en een ventilator, best wel luxe dus! We ontmoetten daarna de rest van de familie; Estii, de man van Memona, die 67 is en een jaar of twintig ouder dan Memona. Dan de twee zoontje, Peter en Prosper [7 en 11] en nog drie nichtjes van Memona;, Doris, Patience en Azshimi [alledrie 18]. Snel daarna gingen we eten [rijst met kip - dat we bijna elke avond zouden krijgen, maar wel erg lekker is] en daarna gingen we naar een video avond van de meiden. Dat was echt heel erg grappig, want stel je voor; je hebt een tv met een of andere slecht te verstane Ghanese film en dan zitten daar meer dan vijftig mensen voor. Geweldig! We gingen vrij snel daarna terug want we waren doodop. We sliepen buiten onder de sterrenhemel, omdat het binnen te warm was en wat een erg leuke ervaring is. Overal hoor je mensen nog praten, luide muziek verderop en de talloze vogels, en zo val je langzaam in slaap..

Zondag 10 oktober [Wulugu]: Als je dacht dat je in Ghana kunt uitslapen, heb je het mooi mis. Om half vijf werden we gewekt door de haan en rond zes uur was iedereen al in de weer. Na een ontbijt van thee en omelet, namen we een bucket bath [eerste keer en het is ontzettend lekker – ik zou nooit kunnen denken dat je met een emmer water zowel je lichaam als je haar kunt wassen, en dan nog water overhebben!]. Omdat het zondag was, ging de hele familie naar de kerk. Eerst ging Memona met de nichtjes bidden, en daar zaten Gabrielle en ik ook bij. Pas als je een van de kamers binnenkomt, valt het je pas op hoe gelovig dit gezin is – aan de muren hingen prenten van Jezus en lagen bijbels. Wij gingen eerder met Memona, want zij heeft een belangrijke positie binnen de kerk. Zij ging alvast voorbereiden en Gabrielle en ik werden buiten in de youth class neer gezet [een klas voor achttien jaar en ouder, waarbij je discussiert over het feit of God wel of niet bestaat]. Howel ik niet gelovig ben, zei een man dat als je overal om je heen kijkt, alles een mirakel lijkt – het bewijs dat God bestaat – en ik vond dat hij wel een punt had en dat het mooi is hoe deze mensen redeneren. Vervolgens gingen we de kerk in, en na een hele tijd bidden en preken, kwam de kerk tot leven. Het kerkkoor begon te spelen en iedereen begon te dansen door de kerk. In het begin wist ik niet goed of ik mee moest doen, maar iedereen danste en het werke zo aanstekelijk dat ik ook heb meegedaan. Er waren mensen die alleen dansten, met hun ogen dicht, handen in de lucht en huilden [iedereen mag op zijn eigen manier zijn geloof uiten] – het is ongelofelijk om mee te maken en heel bijzonder om te zien dat ze zich zo aan het geloof overgeven. Na een paar lange en intensieve uren [je wordt echt moe van het dansen!], kwam iedereen bezweet de kerk uit en praatte nog even na. S’middags, na het middag eten, gingen we naar Nabari toe, waar het weeshuis zich bevindt. Ik wist niet hoe we er zouden komen, maar blijkbaar zouden we met de motor worden gebracht – dus hup achterop en karren maar. Ik zou zoiets thuis nooit doen, maar het is hier de normaalste zaak van de wereld en ik genoot ervan! De weg ernaartoe is ook weer prachtig, en als je in Nabari komt, heb je het gevoel dat je terug bent gegaan in de tijd. Daar kun je maar even op letten, want daarna kwamen er veertig kinderen op je afstormen, roepend ‘hello and welcome madame!’. Als je dat nog nooit heb meegemaakt, is het erg overweldigend, maar ook leuk, omdat je je erg welkom voelt. We ontmoetten de kokkin ook, die altijd bij de kinderen blijft en voor ze zorgt [respect voor haar] en de oude mensen bij wie de kinderen wonen. Het weeshuis bestaat pas sinds anderhalf jaar en Memona is degene die het heeft opgezet, nadat er in een familie die ze kende, vijf wezen waren. Nu zijn het er meer dan veertig, en probeert ze de kinderen te onderhouden, door af en toe iets van eten te brengen. Het weeshuis heeft geen vaste plek, dus waar ze nu wonen is tijdelijk. Op de binnenplaats bevond zich de kookplaats [vergelijkbaar bij Memona thuis], er was een slaapkamer voor de jongens, de meisjes [met een paar vieze matrassen], een opslagplaats, woonruimte voor de bewoners en verder niets. Geen tafels, stoelen, banken, kledingkasten, speelgoed, niets. Ik denk dat het door de hete zon en de shock kwam, want ik werd misselijk. Ik ben daarna terug gebracht naar Wulugu, waar ik gelijk ben gaan slapen. S’avonds was het niet veel beter, dus we zijn naar het ziekenhuis gegaan. Memona duwde daar langs iedereen heen [dat laat dus zien dat ze niet over zich heen laat lopen], en eiste dat ik aan de beurt zou zijn. Na onderzoek bleek dat ze pas de volgende dag kunnen kijken of ik malaria had [waar we bang voor waren][. Ik moest voor nu maar rust houden, en vroeg gaan slapen, wat ik ook heb gedaan.

Maandag 11 oktober/Dinsdag 12 oktober/Woensdag 13 oktober [Wulugu]: Ik voeg deze paar dagen samen, omdat ik ziek ben geweest en alleen maar veel heb geslapen – er is dus niet veel gebeurd en anders zou het wel erg lang worden. Memona en Gabrielle zijn wel naar Bolgatanga gegaan en hebben daar onder andere een heleboel eten voor de kinderen in het weeshuis gekocht. Ik ben maandag terug gegaan naar het ziekenhuis en uit ondezoek bleek dat ik geen malaria had, alleen ziek was. In de dagen daarna heb ik het erg moeilijk gehad en heb ik er zelfs aan getwijfeld of het niet beter zou zijn of ik naar huis zou gaan. De tijd ging hier erg langzaam en alles was moeilijk. Nu ik erop terug kijk, weet ik gewoon dat het een kwestie van wennen was en dat iedereen het wel moeilijk had. Ik moest leren om door te zetten en bovendien waren er andere vrijwilligers,die het veel zwaarder hadden [bijvoorbeeld geen electriciteit]. Er is ook een meisje die hier voor acht maanden zal blijven, en zij heeft het erg zwaar. Ik kan me niet voorstellen dat je acht maanden hier kunt blijven, en in vergelijking daarmee, is vijf weken appeltje eitje. Ik ben dus erg blij dat ik mezelf heb herpakt en nu vollop aan het genieten ben [en dus ook volgens de ‘Ghanese tijd’ leer leven.

Donderdag 14 oktober [Wulugu]; De eerste dag dat ik me weer goed voelde en naar het weeshuis wilde gaan. Ik heb eerst eindelijk wat kleren kunnen wassen, en werd raar aangekeken omdat ik het niet ‘goed’ – het moest hardhandiger. Daarna vertrokken we op de fiets naar het weeshuis, en wat een eind is dat zeg! Als je me nu zou vragen wat ik het zwaarste vind, is dat het fietsen [in de hitte en dan een uur lang]. Toen ik daar aankwam, stormden weer allerlei kinderen op me af, maar nu vond ik het juist leuk. Een paar kinderen wilde gaan fietsen, dus hup, op de fiets, met mijn hulp erbij en dan fietsen maar! Erg tof! De kinderen zijn ontzettende lieverds, een en al lachen. Er was een jongetje Nambi, en die leek in het begin erg schattig, maar hij slokt al je aandacht op. Als een ander kind even de aandacht krijgt, wordt hij woedend en begint hij te huilen. Aan de ene kant is dat wel schattig om te zien, maar aan de andere kant ook zielig – dan merk je pas hoe de kinderen aandacht van je willen hebben. Een aai over de bol, een lach, met alles zijn ze blij. En hoe moet je die aandacht verdelen? Wat moet je precies doen met veertig kinderen, die je allemaal evenveel aandacht wilt geven? Dat is wel erg lastig, maar uiteindelijk hebben we spelletjes gedaan en liedjes gezongen [Papagaaitje leef je nog is erg populair(:]. Het feit dat je daar alleen al bent, is genoeg voor de kinderen. Ik heb mijn verwachtingen wel wat moeten bijstellen, en ik ben nu ook blij met wat ik ze kan geven. Terug naar het verslag, ik dwaal een beetje af. We zijn die dag ook nog naar de chief geweest, die we geld moesten brengen [waarom eigenlijk weet ik niet] en een heleboel geklets in het Mampruli moesten aanhoren –wat we dus niet verstonden. Daarna nog even langs de chief queen [die gelukkig niet thuis was, dus daar waren we snel weg!] en daarna weer terug naar Wulugu. S’avonds kwam Memona bij ons zitten tijdens het eten, wat ik erg leuk vond, aangezien hier iedereen apart eet. Ze gaf een hele dankbetuiging over wat we allemaal hadden gedaan en thank the lord, bless you double double.Ik wist niet goed hoe ik moest reageren, maar ik vond het wel ontroerend. Memona is een ontzettend lieve en sterke vrouw en ik kan niets anders dan een heleboel respect voor haar voelen. S’avonds hebben we nog gekaart met de jongens [vooral Peter, de oudste vind het erg leuk en is erg fanatiek – heel grappig om te zien!] en daarna gingen we slapen. Nu ik weer helemaal ‘beter’ ben, merk ik dat ik steeds meer contact met de familie krijg en ze beter leer kennen – wat ik echt heerlijk vind!

Vrijdag 15 oktober [Wulugu]: Deze dag hebben we voor een groot deel op de markt in Walewale doorgebracht met Memona. Al om half negen gingen we heen, en ik dacht dat we binnen een uur of twee wel zouden terug zijn. Niet dus. Tegen twaalven waren we eindelijk terug, want op de markt ging het zo; We moesten spullen voor in het weeshuis hebben, dus we gingen verfrollers kopen om het weeshuis te gaan verven. Die bleken ze niet te hebben, dus jammer maar helaas. Memona kent echt iedereen hier, dus ze moest nog even een praatje maken met die, en die en dan moest je jezelf ook weer even voorstellen en nog even dit en dat doen. Ik werd er een beetje moe van en wilde snel naar het weeshuis gaan, maar toen bedacht ik me dat alles hier volgens Ghanese tijd gaat [dus heel erg rustig en op je gemak] en dat ik dat vergeten was. No worries. Dat heb ik dus ook gedaan, en dan merk je dat je ook veel makkelijker kunt genieten. In Nederland gaat alles altijd volgens agenda’s en gaat alles om tijd. Hier is dat niet zo, en hoewel ik het moeilijk vond om de ‘tijd los te laten’, gaat het wel steeds makkelijker. S’middags zijn we weer naar het weeshuis gegaan [ik per motor, alleen moesten we al snel weer terug, omdat we met de eerste motor een enorme slip maakten [niemand gewond]] en weer lekker genoten van de rit. We hebben happertjes gemaakt met de kinderen, waar ze helemaal enthousiast over waren, geweldig! S’avonds zijn we met Doris, Patience, Aszhimi, Peter en Prosper ergens iets ‘gaan drinken’ – in een tentje met veel te luide muziek en op plastic stoelen, maar het was erg gezellig en leuk om te zien dat ze genoten van de aandacht en van het feit dat ze uitgingen!

Zaterdag 16 oktober/Zondag 17 oktober: Het afgelopen weekend zijn we met een aantal andere vrijwilligers [Zoey, Anna-Lina en Kristin] naar Bolgatanga gegaan om er even tussenuit te zijn. Zaterdagochtend kwam iedereen naar Wulugu toe en per trotro zijn we naar Bolgatanga gereisd. Het was heerlijk om even iedereen te spreken en even bij te kletsen, en gewoon even weg te zijn van het normale Afrikaanse leven. Het bleek dat de andere vrijwilligsters het ook behoorlijk lastig hadden, vooral Anna-Lina en Zoey. In het dorpje waar zij zitten is geen electriciteit, en ze kunnen niet eens water kopen! De gastvader is wel aardig, maar de gastmoeder schijnt niet erg warm te zijn [Ghanezen worden normaal als erg warm omschreven en uit mijn ervaring, weet ik dat het zo is]. Verder worden ze door iedereen aangestaard en spreekt er bijna niemand Engels – het lesgeven gaat dus erg moeizaam. Toch genieten ze wel en passen ze zich langzaam bij beetje aan. Ik realiseer me dan wel weer dat ik een ontzettende mazzel heb met mijn gastgezin en dat ik het nog erg luxe heb vergeleken met anderen. Tijdens het weekend zijn we naar Paga gegaan waar we naar een krokodillen resort zijn gegaan [ik heb dus op een krokodil gezeten – foto’s om het te bewijzen kan ik nu helaas niet uploaden, omdat ik al mijn tijd in de blog steek]. Verder hebben we weer heerlijk ‘Westers’ gegeten, waar je wel naar verlangt na een week van alleen maar rijst en spaghetti – als je het niet hebt dan merk je pas wat je mist – en gewoon lekker ontspannen. Verder was er nog de mislukte internetpoging [but no worries(:] zijn we gisteren weer per trotro terug gereden [ik wil even zeggen dat ook al leven we als locals, we nog steeds toeristen zijn – de chauffeur wilde ons veel meer rekenen dan nodig was – omdat we Westers zijn en blank en dus rijk zijn]. Het was eigenlijk ook wel weer lekker om terug te zijn en gewoon weer terug te zijn in Wulugu!

Ik houd het hier voor gezien, want mijn vingers zijn moe van het typen [op een krakkemikkig toetsenbord krijg je dat ook!] en ga zo lekker weer terug naar Wulugu om te gaan eten. Deze week gaan we verder met het weeshuis schilderen [vandaag zijn we daarmee begonnen] en komende weekend gaan we naar Mole National Park [het grootste nationale park van Ghana] en ga ik op safari! Ik zal proberen zo snel mogelijk weer te updaten, waarschijnlijk of deze week, of anders volgende week woensdag, als ik weer terug ben. Voor nu;

Veel liefs,

Sophie

Reacties

Reacties

Annemarie en Wieger

Hoi Sophie,
Heel erg leuk om met je mee te reizen. Je hebt al veel meegemaakt. Blijf genieten!

opa/oma Pollmann

Wat geweldig Sophie, wat je al beleefd en meegemaakt hebt. Petje af voor jouw verhaaltrant, en de manier, waarop jij je gevoelens kunt weergeven.Wij hebben ervan genoten en blijven met je meeleven. Succes de komende weken en veel liefs.

Pap

Blij dat je je weer beter voelt en nu zo intensief geniet. En je verhalen zijn echt leuk om te lezen. Het klinkt allemaal nog veel echter dan je van tevoren dacht. Ik zag net dat je al bijna op de helft bent - blijf vooral nog zolang mogelijk genieten!

Stijn

Hé Sophie.
Wat een verhalen weer. Fijn dat je zo makkelijk schrijft; het geeft goed weer hoe het daar is.
Nog een goede tijd gewenst. Inderdaad blijven genieten; die 'worries' komen later wel weer ;-)
Groet,
Stijn

Mam

Ik ben trots op je!!! Alles wat je ziet, mee maakt deze weken zijn een ervaring waarje de rest van de levenwat aan hebt!Liefs Mam

Kevin & Lieke

Hoi Sophie,

Wat een mooi verhaal! De omstandigheden zijn behoorlijk heftig, knap van je dat je je zo goed weet aan te passsen hoor!
We wensen je nog een hele mooie tijd toe in Ghana, geniet van alle kleine dingen die je kunt bereiken!

Groetjes Kevin & Lieke (Travel Active)

els

lieve sophie, heerlijk toch, met het afrikaanse begrip van 'tijd' te leren leven. in ieder geval heb jij op die manier ook tijd voor alle mooie avonturen en ervaringen buiten je werkzaamheden om. blijf ervan genieten!

Lotte

Hoi Sophietje! Wauw het klinkt echt geweldig zeg! Ik ben heel trots op je dat je dit allemaal doet en ben ook wel een beetje jaloers haha! Ik heb je net gekrabbeld en daar staat nog veel meer in, dus lees die maar even (als je tijd hebt) :) Heel veel plezier op safari komend weekend en met het verven van het weeshuis! Ik ben nu al benieuwd naar je volgende blog haha! Heel veel liefs x

Wia de Bray

Ietske vertelde dat jij een blog had. Nieuwsgierig naar jouwn belevenissen heb ik je blog opgezocht. Meid wat maak je wat mee. Jij ziet wat van de wereld; het mooie en wat minder mooie dingen. Sophie, vooral genieten hoor!!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active